Statuten
Onze statuten vormen de basis van VIB en leggen de doelen, structuur en werking van de vereniging vast. Ze zijn essentieel voor al onze leden, omdat ze duidelijk maken wat de rechten, plichten en procedures zijn binnen VIB. De laatste wijziging in de statuten werd op 8 juli 2025 goedgekeurd door de Algemene Ledenvergadering en op 18 juli 2025 gedeponeerd, zodat ze up-to-date zijn met de huidige wetgeving en ontwikkelingen.
Op deze pagina kun je de volledige tekst van onze statuten inzien. Heb je vragen of behoefte aan meer informatie? Neem dan contact op met het VIB-secretariaat via 030-6300404 of stuur een e-mail naar info@isoleren.nl.
VIB STATUTEN, laatste wijziging gedeponeerd op 18 juli 2025
STATUTEN
HOOFDSTUK I. BEGRIPSBE PALINGEN.
Artikel 1.
1. In deze statuten hebben de volgende begrippen de daarachter vermelde betekenissen:
afgevaardigde: een natuurlijk persoon die direct of indirect bestuurder van een lid is, direct of indirect vennoot of maat van een lid is en/of eigenaar is van een lid danwel werknemer is van een lid en die door het betreffende lid schriftelijk als afgevaardigde is aangewezen.
algemene ver gadering: het orgaan van de vereniging dat in Titel 2 van Boek 2 Burger lijk Wetboek wordt aangeduid als algemene vergadering, tenzij uit de context blijk t dat het een vergadering van de algemene vergadering betreft.
bestuur: het bestuur van de vereniging, tenzij anders vermeld.
bestuurder: een lid van het bestuur, tenzij anders vermeld.
BW: Burgerlijk Wetboek.
dagen: alle dagen van een week en derhalve niet uitgezonderd algemeen erkende feestdagen of daarmee op grond van de Algemene termijnenwet gelijkgestelde dagen.
huishoudelijk reglement: het huishoudelijk reglement van de vereniging.
kascommissie: de commissie als bedoeld in artikel 13.
leden/lid: een lid van de vereniging, tenzij uitdrukkelijk anders vermeld.
lidmaatschap: het lidmaatschap van de vereniging.
schriftelijk: een bericht dat is overgebracht bij brief, e-mail of enig ander elektronisch communicatiemiddel, mits het bericht leesbaar en reproduceerbaar is.
statuten: de statuten van de vereniging.
vereniging: de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid: Nederlandse Vereniging van Ondernemers in het Technisch Isolatiebedrijf VIB, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 40531021.
werknemer: een natuurlijk persoon die een directiefunctie of staffunctie vervult bij een lid.
2. Verwijzingen naar artikelen zijn verwijzingen naar artikelen van deze statuten, tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven.
3. Met verwijzingen in deze statuten naar ‚hij™ wordt tevens bedoeld te verwijzen naar ‚zij™ alsmede ‘hen’ of ‘die’. Met verwijzingen in deze statuten naar ‚zijn™ (anders dan als werkwoord) of ‚hem™ wordt tevens bedoeld te verwijzen naar ‚haar ™ alsmede ‘hen’ of ‘hun’.
HOOFDSTUK II. NAAM. ZETEL. DOEL. MIDDELEN.
Artikel 2. Naam. zetel.
1. De vereniging draagt de naam: Nederlandse Vereniging van Ondernemers in het Technisch
Isolatiebedrijf VIB.
2. De verkorte naam van de vereniging luidt: VIB.
3. De vereniging is statutair gevestigd in de gemeente Breda.
4. De vereniging is opgericht op zeventien februari negentienhonderdeenendertig.
Artikel 3. Doel. middelen.
1. De vereniging heeft ten doel:
a. de bevordering en behartiging van belangen van het technisch isolatiebedrijf in Nederland;
b. het behartigen van de belangen van haar leden in hun functie van ondernemer, en voorts al hetgeen met één of ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de meest ruime zin van het woord.
2. De vereniging tracht haar doel te bereiken door:
a. het bevorderen van de goede verstandhouding en samenwerking tussen de leden;
b. het bevorderen van de totstandkoming van wettelijke nor men voor de technische isolatie;
c. het aangaan van collectieve arbeidsovereenkomsten;
d. het samenwerken met nationale en internationale organisaties;
e. het ontwikkelen van kennis en het verzorgen van overdracht van isolatie kennis aan voor de sector relevante partijen, en voorts door al hetgeen met één of ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de meest ruime zin van het woord.
HOOFDSTUK III. LEDEN. LIDMAATSCHAP.
Artikel 4. Lidmaatschap.
1. De vereniging kent:
a. gewone leden;
b. buitengewone leden.
2. Gewone en buitengewone leden zijn zij die als zodanig door het bestuur zijn toegelaten.
Als gewoon lid kunnen worden toegelaten:
a. eenmanszaken;
b. personenvennootschappen; en
c. rechtspersonen, die (mede) ten doel hebben het uitoefenen van een (technisch) isolatie bedrijf. De toelating tot het lidmaatschap door het bestuur geschiedt op de wijze en onder de voorwaarden zoals nader bepaald in het huishoudelijk reglement. Bij niet-toelating tot het gewone lidmaatschap door het bestuur – welk besluit schriftelijk en met redenen omkleed aan de betrokken persoon wordt meegedeeld – kan de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten. De betrokken persoon kan daartoe binnen één maand nadat het besluit tot niet-toelating aan hem is meegedeeld, een verzoek indienen via het bestuur.
3. Buitengewone leden zijn natuurlijk e personen, rechtspersonen en personenvennootschappen die – ter uitsluitende beoordeling door het bestuur – beroepsmatig affiniteit hebben met de doelstelling van de vereniging, naar het oordeel van het bestuur voor lidmaatschap in aanmerking komen en als zodanig door het bestuur zijn toegelaten. Buitengewone leden kunnen deelnemen aan activiteiten en/of commissies van de vereniging. Buitengewone leden hebben geen stemrecht in de algemene vergadering.
4. De algemene vergadering kan – op voorstel van het bestuur of op voorstel van ten minste tien leden – de titel “erelid” toekennen aan een persoon op grond van diens buitengewone verdiensten voor de vereniging.
5. Personen aan wie de titel “erelid” is toegekend, hebben de rechten en verplichtingen, zoals nader omschreven in het huishoudelijk reglement.
6. Uitsluitend gewone leden zijn leden in de zin van de wet.
7. Het bestuur houdt een ledenregister, waarin de namen en (mail)adressen van alle leden zijn opgenomen, een en ander met in achtneming van de geldende privacywet- en regelgeving. De leden zijn verplicht (adres)wijzigingen onverwijld aan het bestuur mede te delen.
Artikel 5. Contributie.
1. De leden zijn gehouden tot het betalen van een contributie aan de vereniging, waarvan de hoogte – op voorstel van het bestuur – door de algemene vergadering wordt vastgesteld. Het voorstel van het bestuur kan zowel een voorstel tot verhoging als een voorstel tot verlaging van de contributie inhouden. De leden kunnen door het bes tuur in categorieën worden ingedeeld, die een verschillende contributie betalen.
2. Het bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke ontheffing van de verplichting tot het betalen van contributie te verlenen.
Artikel 6. Einde van het lidmaatschap. Schorsing.
1. Het lidmaatschap eindigt:
a. indien en zodra een lid-rechtspersoon of lid-personenvennootschap ophoudt te bestaan;
b. op het moment van overlijden van de eigenaar van een lid-eenmanszaak;
c. indien een gewoon lid niet langer voldoet aan het bepaalde in artikel 4 lid 2 en het lidmaatschap overeenkomstig het bepaalde in lid 3 van dit artikel wordt opgezegd;
d. indien een buitengewoon lid niet langer voldoet aan het bepaalde in artikel 4 lid 3 en het lidmaatschap overeenkomstig het bepaalde in lid 3 van dit artikel wordt opgezegd;
e. indien en zodra aan een lid-personenvennootschap of lid-rechtspersoon surséance van betaling is verleend of de eigenaar van een lid-eenmanszaak is toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling in de zin van de Wet schuldsanering natuurlijke personen;
f. door faillissement van een lid;
g. door opzegging door een lid;
h. door opzegging door de vereniging;
i. door ontzetting.
2. Een lid kan zijn lidmaatschap uitsluitend schriftelijk – en ten minste zes maanden voor het einde van diens contributiejaar – opzeggen, onverminderd het bepaalde in lid 6 van dit artikel. Het vorenstaande geldt met dien verstande dat:
a. een lid zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang kan opzeggen binnen één maand nadat hem een besluit is meegedeeld tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm, tot fusie of tot splitsing;
b. een lid zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang kan opzeggen binnen één maand nadat een besluit, waarbij zijn rechten zijn beperkt of zijn verplichtingen – andere dan de verplichtingen van geldelijke aard – zijn verzwaard, hem is bekend geworden of medegedeeld; het besluit is alsdan niet op hem van toepassing.
3. Opzegging van het lidmaatschap door de vereniging geschiedt door het
bestuur. Dit kan:
a. wanneer een lid heeft opgehouden aan een vereiste voor het lidmaatschap als nader omschreven in artikel 4 lid 2 respectievelijk lid 3 te voldoen;
b. wanneer een lid heeft opgehouden aan de eventueel in het huishoudelijk reglement opgenomen aanvullende vereisten voor het lidmaat schap te voldoen;
c. wanneer hij zijn (contributie) verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt;
d. wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
Opzegging geschiedt:
a. als het lid niet in beroep gaat: met onmiddellijk e ingang, nadat de termijn als bedoeld in lid 5 van dit artikel is verstreken; of
b. als het lid wel in beroep gaat: nadat de algemene vergadering een besluit heeft genomen ten aanzien van het ingestelde beroep;
c. onverminderd het bepaalde in lid 6 van dit artikel.
4. Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het bestuur. Deze kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt. Het besluit tot ontzetting wordt niet door het bestuur genomen dan nadat het desbetreffende lid in de gelegenheid is gesteld te worden gehoord.
Ontzetting geschiedt:
a. als het lid niet in beroep gaat: met onmiddellijk e ingang, nadat de termijn als bedoeld in lid 5 van dit artikel is verstreken; of
b. als het lid wel in beroep gaat: nadat de algemene vergadering een besluit heeft genomen ten aanzien van het ingestelde beroep;
c. onverminderd het bepaalde in lid 6 van dit artikel.
5. Van een besluit tot opzegging van of ontzetting uit het lidmaatschap door de vereniging, staat de betrokkene binnen één maand na ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep open bij de algemene vergadering. Het betrokken lid wordt daartoe op de meest korte termijn schriftelijk van het besluit tot opzegging of ontzetting met opgave van redenen in kennis gesteld. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.
6. Wanneer een lidmaatschap in de loop van een contributiejaar eindigt, blijft desalniettemin de jaarlijkse bijdrage voor het geheel verschuldigd.
7. Het bestuur kan bes luiten een lid te schor sen op een van de gronden als omschreven in lid 4 van dit artikel. Een schorsing die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot beëindiging van het lidmaatschap, eindigt door het verlopen van die termijn. Gedurende de schorsing kan het betreffende lid diens lidmaatschapsrechten niet uitoefenen.
HOOFDSTUK IV. HET BESTUUR.
Artikel 7. Samenstelling. Benoeming.
1. Het bestuur bestaat uit een door de algemene vergadering vast te stellen aantal van minimaal vijf en maximaal negen natuurlijke personen.
2. De bestuurders worden benoemd, geschorst en ontslagen door de algemene vergadering, op voor stel van het bestuur, en met dien verstande dat:
a. een bestuurder:
i. geen familie van een andere bestuurder mag zijn, waarbij onder familie in dit verband moet worden verstaan: bloed- en aanverwanten tot en met de vierde graad, waarbij samenwoning wordt gezien als een huwelijk;
ii. geen relatie mag hebben met een andere bestuurder, waarbij onder relatie in dit verband moet worden verstaan: een huwelijk, geregistreerd partnerschap en samenwonend dan wel op andere wijze een gezamenlijke huishouding voerend;
b. met uitzondering van de voorzitter aan iedere bestuurder de kwaliteitseis wordt gesteld dat hij direct of indirect bestuurder van een lid is, direct of indirect vennoot of maat van een lid is en/of eigenaar van een lid danwel werknemer van een lid is;
c. maximaal twee bestuurders kwalificeren als direct of indirect bestuurder van een buitengewoon lid, als direct of indirect vennoot of maat van een buitengewoon lid en/of eigenaar van een buitengewoon lid danwel werknemer van een buitengewoon lid is;
d. per lid ten hoogste één natuurlijk persoon die direct of indirect bestuurder van een lid is, direct of indirect vennoot of maat van een lid is en/of eigenaar van een lid danwel werknemer van een lid is, als bestuurder kan worden benoemd;
e. vacatures binnen het bestuur openbaar worden gemaakt en nieuwe bestuurders worden geworven via een transparante procedure, met inachtneming van hetgeen daartoe eventueel is bepaald in het huishoudelijk reglement en op basis van een door het bestuur vast te stellen profielschets.
3. Het bestuur is zodanig samengesteld dat de bestuurders ten opzichte van elkaar, en welk deelbelang dan ook onafhankelijk en kritisch kunnen opereren en onderlinge diversiteit in de brede zin van het woord binnen het bestuur is geborgd.
4. De voorzitter wordt als zodanig in functie door de algemene vergadering benoemd.
5. Iedere bestuurder meldt al diens hoofd- nevenfuncties (waaronder bestuursfuncties, commissariaten en adviseurschappen) aan de overige bestuurders. Deze functies worden vermeld in het bestuursverslag dat deel uitmaakt van de jaarstukken van de vereniging.
6. Uitsluitend de voorzitter kan een beloning ontvangen. De andere bestuurders niet. Bestuurders kunnen recht hebben op vergoeding van de door hen in uitoefening van hun functie (in redelijkheid) gemaakte kosten en zij kunnen voorts een niet bovenmatig vacatiegeld ontvangen ter zake van hun werkzaamheden voor de vereniging. De hoogte van het eventuele vacatiegeld als ook de hoogte van een eventuele beloning die aan de voorzitter wordt toegekend in verband met ten behoeve van de vereniging te verrichten werkzaamheden, wordt door de algemene vergadering vastgesteld, op voor stel van het bestuur. In het huishoudelijk reglement kunnen nadere bepalingen worden vastgelegd omtrent de vergoeding van gemaakte kosten.
7. De omvang van de in lid 6 van dit artikel omschreven aan het bestuur verstrekte vergoedingen wordt in de jaar stukken van de vereniging zichtbaar gemaakt en nader toegelicht.
Artikel 8. Duur. Einde bestuurslidmaatschap. Ontslag. Schorsing. Belet en ontstentenis.
1. Een bestuurder wordt benoemd voor een periode van maximaal vier jaar. Een bestuurder is tweemaal herbenoembaar, steeds voor een periode van maximaal vier jaar. Een bestuurder komt na het verstrijken van zijn herbenoemingstermijn(en) pas opnieuw voor een benoeming als bestuurder (en eventueel aansluitende herbenoeming(en)) in aanmerking, na het verstrijken van een periode van drie maanden.
2. Een bestuurder defungeert door:
a. zijn overlijden;
b. zijn vrijwillig ontslag (bedanken);
c. ontslag door de algemene vergadering;
d. het verlies van een kwaliteitseis als bedoeld in artikel 7 lid 2;
e. het verlies van het vrije beheer over zijn gehele vermogen;
f. door het verstrijken van de tijd waar voor hij is benoemd.
3. Elke bestuurder kan te allen tijde worden geschorst of ontslagen. Een schorsing die niet binnen negentig dagen wordt gevolgd door een besluit tot ontslag eindigt door het verloop van die termijn. Een besluit tot ontslag of schorsing kan door de algemene vergadering worden genomen met twee derde meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen.
4. Bij ontstentenis of belet van een bestuurder zijn de overige bestuurders met het bestuur belast. Indien één of meer bestuurders ontbreken, vormen de overgebleven bestuurders of vormt de overgebleven bestuurder een bevoegd bestuur. In geval van ontstentenis of belet van alle bestuurders wordt de vereniging tijdelijk bestuurd door een of meer personen die daartoe door de algemene vergadering steeds moeten zijn aangewezen. Voor de gedurende deze periode verrichte bestuursdaden worden de aangewezen personen met een bestuurder gelijkgesteld.
In vacatures wordt zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is, voorzien.
5. Er is sprake van ontstentenis als:
a. een vacature ontstaat door aftreden of ontslag waarbij geen directe opvolger is benoemd;
b. een bestuurder overlijdt.
Er is in elk geval sprake van belet indien een bestuurder door:
a. schorsing;
b. ziekte, langer dan twee maanden; of
c. onbereikbaarheid, langer dan twee maanden, tijdelijk niet bevoegd of in staat is de aan een bestuurder bij of krachtens de wet, deze statuten of reglementen van de vereniging toegekende taken of bevoegdheden uit te oefenen.
Artikel 9. Vergadering. Besluitvorming. Tegenstrijdig belang.
1. Het bestuur vergadert zo dikwijls dit ingevolge de statuten nodig is of de voorzitter of een andere bestuurder dat wenst, doch minimaal vier keer per jaar. De oproepingstermijn voor een bestuursvergadering bedraagt ten minste vijf dagen, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend.
2. Bestuursvergaderingen kunnen ook worden gehouden door middel van telefonische- of videoconferenties, of door middel van enig ander communicatiemiddel, mits elke deelnemende bestuurder door alle anderen gelijktijdig kan worden gehoord.
3. In vergaderingen van het bes tuur kunnen slechts besluiten worden genomen indien meer dan de helft van de bestuurders aanwezig dan wel vertegenwoordigd is . Een bestuurder kan zich in de, fysieke dan wel digitale, vergadering van het bestuur laten vertegenwoordigen door een medebestuurder. Een bestuurder kan voor slechts één ander e bestuurder als gevolmachtigde optreden. Iedere bestuurder heeft één stem.
4. Het bestuur streeft bij de totstandkoming van de besluitvorming zoveel mogelijk naar consensus. Het bestuur kan geldige besluiten nemen met een gewone meerderheid van stemmen. Iedere bestuurder kan één stem uitbrengen.
5. Het bestuur kan ook buiten vergadering (schriftelijk) besluiten, uitsluitend voor zover geen van de bestuurders zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet. Het besluit wordt in het verslag van de eerstvolgende vergadering opgenomen.
6. Van het verhandelde in elke vergadering worden door of namens het bestuur notulen opgesteld. Naast of in plaats van notulen kan het bestuur bepalen dat er een besluitenlijst en/of actiepuntenlijst wordt opgesteld.
7. Het in de ver gadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van dit oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid van de vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de
oorspronkelijke stemming.
8. Een bestuurder waakt tegen een tegenstrijdig belang tussen zichzelf en de vereniging.
9. In het geval dat een bestuur der een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de vereniging dient hij dit te melden aan de overige bestuurders.
10. Een bestuurder dient zich alsdan van de beraadslagingen en besluitvorming
omtrent de aangelegenheid waarbij het tegenstrijdig belang speelt te onthouden, hij heeft ter zake geen stemrecht en evenmin telt hij mee voor een mogelijk quorum dat bij de besluitvorming geldt.
Indien alle bestuurders een tegenstrijdig belang hebben met de vereniging, wordt het besluit genomen door de algemene vergadering.
11. Het bestuur draagt te allen tijde zorg voor een zorgvuldige verslaglegging van de besluitvorming indien sprake is van een tegenstijdig belang als bedoeld in lid 9 van dit artikel.
Artikel 10. Taak. Bevoegdheid.
1. Het bestuur is belast met het besturen van de vereniging.
2. Iedere bestuurder richt zich bij de vervulling van diens taak naar het belang van de vereniging en de daaraan verbonden organisatie.
3. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot
verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, mits met voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering.
4. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een ander verbindt.
5. Erfstellingen mogen door het bestuur slechts worden aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving (beneficiaire aanvaarding).
Artikel 11. Vertegenwoordiging.
1. De vereniging wordt vertegenwoordigd door het bes tuur. Voorts kan de vereniging worden vertegenwoordigd door twee gezamenlijk handelende bestuurders.
2. Het bestuur kan bes luiten tot het verlenen van volmacht aan één of meer bestuurders alsook aan derden, om de vereniging binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen. Het bestuur kan voorts besluiten aan gevolmachtigden een titel te verlenen.
3. Het bestuur kan van het toekennen van doorlopende vertegenwoordigingsbevoegdheid opgave doen bij het handelsregister van de Kamer van Koophandel.
HOOFDSTUK V. BESTUURS VERSLAG. REKENING EN VERANTWOORDING.
Artikel 12.
1. Het boekjaar valt samen met het kalenderjaar.
2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging en van alles betreffende de werkzaamheden van de vereniging, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de vereniging kunnen worden gekend.
3. Het bestuur brengt op een algemene vergadering binnen zes maanden na afloop van het boekjaar – derhalve voor één juli – behoudens verlenging van deze termijn door de algemene vergadering, een bestuursverslag uit over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de algemene vergadering over. Deze stukken worden ondertekend door
de bestuurders; ontbreekt de ondertekening van een of m eer van hen, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt.
4. Het jaar plan en de begroting voor het volgend kalender jaar worden zo mogelijk voor één november daaraan voorafgaand, opgesteld door het bestuur. Zij worden daarna ter goedkeuring voorgelegd door de algemene vergadering.
5. kascommissie
De algemene vergadering benoemt jaarlijks uit de leden een kascommissie van minimaal twee personen, die geen deel mogen uitmaken van het bestuur. De kascommissie onderzoekt de stukken als bedoeld in lid 3 van dit artikel en brengt aan de algemene vergadering verslag uit van haar bevindingen.
Het bestuur is verplicht aan de kascommissie ten behoeve van haar onderzoek alle door haar gewenste inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de vereniging voor raadpleging beschikbaar te stellen.
extra ondersteuning kascommissie
Vereist het onderzoek van de rekening en verantwoording bijzondere boekhoudkundige kennis, dan kan de kascommissie, mits met goedkeuring van het bestuur, zich voor rekening van de vereniging door een deskundige doen bijstaan.
accountant naast kascommissie
De algemene vergadering kan besluiten om naast een kascommissie een accountant als bedoeld in artikel 2:393 lid 1 BW te benoemen. Het bestuur verleent als dan aan die accountant de opdracht om de door het bestuur opgemaakte balans en de staat van baten en lasten te onderzoeken. De accountant geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een verklaring. Deze verklaring wordt aan de stukken toegevoegd zoals die aan de algemene
vergadering ter goedkeuring worden voorgelegd.
6. accountant indien geen kascommissie
In het geval dat er geen kascommissie is benoemd, verleent de algemene vergadering aan een accountant als bedoeld in artikel 2:393 lid 1 BW, de opdracht om de door het bestuur opgemaakte balans en de staat van baten en lasten te onderzoeken. De accountant geeft alsdan de uitslag van zijn onderzoek weer in een verklaring omtrent de getrouwheid van de stukken. Deze verklaring wordt aan de stukken toegevoegd zoals die aan de algemene vergadering ter goedkeuring worden voor gelegd.
7. Na goedkeuring van de jaarrekening kan bij afzonderlijk besluit decharge aan de bestuurders worden verleend.
8. Het bestuur is verplicht de in leden 2 en 3 van dit artikel bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren.
HOOFDSTUK VI. ALGEMENE VERGADERING.
Artikel 13. Aantal vergaderingen. Agenda.
1. Jaarlijks, uiterlijk zes maanden na afloop van het boekjaar, wordt een algemene vergadering – de jaarvergadering – gehouden.
In de jaarvergadering komen onder meer aan de orde:
a. het besprek en van het bestuursverslag;
b. goedkeuring van de balans en de staat van baten en lasten, met het verslag van de externe accountant en/of de kascommissie;
c. voorziening in eventuele vacatures in het bestuur;
d. de benoeming van de accountant en/of van de kascommissie voor het volgende boek jaar;
e. voorstellen van het bestuur of de leden, aangekondigd bij de oproeping
voor de algemene vergadering;
f. de aanwijzing van een of meer personen als bedoeld in artikel 8 lid 4 (belet en ontstentenis bestuurder).
2. Besluitvorming over een voorstel dat niet specifiek is omschreven in de agenda voor de algemene vergadering, kan niet in die algemene vergadering plaatsvinden, tenzij sprake is van een situatie waarin alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn en alle leden instemmen met het in stemming brengen van het betreffende voorstel.
3. Andere algemene vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur
dit wenselijk oordeelt.
4. Voorts is het bestuur op schriftelijk verzoek van tenminste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van één tiende gedeelte van de stemmen, verplicht tot het bijeenroepen van een algemene vergadering op een termijn van niet langer dan achtentwintig dagen na indiening van het verzoek. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan overeenkomstig artikel 15.
Artikel 14. Wijze bijeenroeping. Toegang. Elektronische deelname.
1. De algemene vergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur. De oproeping geschiedt schriftelijk aan de adressen van de leden volgens het register als bedoeld in artikel 4 lid 7. De termijn van oproeping bedraagt minimaal vijf dagen, de dag van de oproeping en die van de algemene vergadering niet meegerekend.
De oproeping aan ieder lid, die daarmee instemt, kan ook geschieden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door hem voor dit doel aan de vereniging bekend is gemaakt.
2. Bij de oproeping worden de in de algemene vergadering te behandelen onderwerpen vermeld.
3. Toegang tot de algemene vergadering hebben de afgevaardigden van alle niet geschorste leden alsmede zij die daartoe door het bestuur zijn uitgenodigd.
Bij aanvang van de algemene vergadering is iedere aanwezige bestuurder en iedere aanwezige afgevaardigde verplicht een presentielijst te ondertekenen. De ten behoeve van de algemene vergadering toegezonden documenten zijn uitsluitend bestemd voor de leden en hun afgevaardigden.
4. Leden zijn gehouden hetgeen in de algemene vergadering wordt besproken – waaronder ook uitdrukkelijk hetgeen door anderen dan leden en hun afgevaardigden wordt gedeeld – niet te delen met ander en dan leden en hun afgevaardigden. Het bestuur kan de bepalen dat de leden en hun afgevaardigden ten aanzien van het ontvangen van bepaalde informatie een geheimhoudingsverklaring moeten ondertekenen. Het bepaalde in dit artikellid is niet van toepassing indien en voorzover in de wet, op grond van jurisprudentie dan wel een uitspraak van een rechter of enig ander rechtsprekend orgaan, anders is bepaald.
5. Voorts hebben alle niet geschorste bestuurders en eventueel daartoe door het bestuur uitgenodigde deskundigen alsmede personen die werkzaamheden verrichten voor de vereniging, toegang tot de algemene vergadering.
6. Het bestuur kan besluiten dat een stemgerechtigd lid bevoegd is om in persoon – derhalve niet bij volmacht – door middel van een elektronisch communicatiemiddel aan de algemene vergadering deel te nemen, daar in het woord te voeren en het stemrecht uit te oefenen. Het gebruik van het elektronische communicatiemiddel komt voor risico van de stemgerechtigde.
7. Voor de toepassing van lid 6 van dit artikel is vereist dat de stemgerechtigde via het elektronisch communicatiemiddel kan worden geïdentificeerd, rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen ter vergadering en het stemrecht kan uitoefenen. Door het bestuur kunnen voorwaarden worden gesteld aan het gebruik van het elektronisch communicatiemiddel. Indien het bestuur besluit voorwaarden te stellen, worden deze voorwaarden bij de oproeping bekend gemaakt.
8. Het bestuur kan tevens besluiten dat een stemgerechtigde bevoegd is zijn stem reeds voorafgaand aan de algemene vergadering via een elektronisch communicatiemiddel uit te brengen.
Artikel 15. Stemrecht. Besluitvorming.
1. In vergaderingen hebben alle niet geschorste gewone leden stemrecht. Ieder zodanig lid kan één stem uitbrengen. Het stemrecht wordt uitgeoefend door een afgevaardigde.
Ieder gewoon lid is bevoegd zijn stem te doen uitbrengen door een schriftelijk daartoe gemachtigde afgevaardigde van een ander lid. Een afgevaardigde kan slechts voor twee volmachtgevers een stem uitbrengen.
2. Besluiten worden genomen bij gewone meerderheid van de geldig uitgebracht e stemmen, tenzij in deze statuten anders is bepaald.
Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
3. Indien de stemmen staken, dan is het voorstel verworpen.
4. Stemming over personen geschiedt schriftelijk tenzij de vergadering besluit tot stemming bij acclamatie.
5. Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering.
6. Het ter algemene vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter, dat door de vergadering een besluit is genomen, is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover gestemd werd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
7. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van dit oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid van de vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
Artikel 16. Voorzitterschap . Notulen.
1. De algemene vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het bestuur. Ontbreekt de voorzitter dan voor ziet de algemene vergadering zelf in het voorzitterschap.
2. Van het verhandelde in elke algemene vergadering worden door of namens de secretaris van de vergadering of een ander door de voorzitter van de vergadering daartoe aangewezen persoon notulen gemaakt, die na vaststelling door de algemene ver gadering door de voorzitter en de secretaris van de vergadering worden ondertekend. De inhoud van de notulen wordt ter kennis van de leden gebracht.
3. Indien een algemene vergadering met inachtneming van het bepaalde in artikel 13 lid 4 op verzoek van de leden wordt bijeengeroepen, kunnen degenen die die vergadering hebben verzocht andere personen dan bestuurders belasten met de leiding van die algemene ver gadering en het opstellen van de notulen.
HOOFDSTUK VII. COMMISSIES.
Artikel 17. Commissies.
1. Het bestuur is bevoegd tot het instellen en opheffen van commissies.
2. In afwijking van hetgeen in lid 1 van dit artikel is bepaald stelt de algemene vergadering de kascommissie in.
3. De leden van de commissies worden benoemd en ontslagen door het bestuur, tenzij in het huishoudelijk reglement uitdrukkelijk anders is bepaald. De voorzitters van de commissies worden in functie benoemd.
4. Het bestuur stelt de taak en de bevoegdheden van de commissies vast, tenzij in de statuten uitdrukkelijk anders is bepaald.
5. Bepalingen rondom onder andere de (verdere uitwerking van de) taken, bevoegdheden en werkwijze van de commissies kunnen nader vastgelegd bij huishoudelijk reglement.
HOOFDSTUK VIII. REGLEMENTEN.
Artikel 18. Reglementen.
1. Bij reglement kan naast hetgeen waarnaar wordt verwezen in de statuten, al datgene worden geregeld, waarvan een nadere regeling gewenst wordt geacht.
2. Een reglement mag geen bepalingen bevatten in strijd met de wet en de statuten.
3. Het huishoudelijk reglement wordt in opdracht van de algemene vergadering opgesteld door het bestuur en vastgesteld door de algemene vergadering.
4. Overige reglementen worden opgesteld en vastgesteld door het bestuur.
HOOFDSTUK IX. STATUTENWIJZIGING, JURIDISCHE FUSIE EN JURIDISCHE SPLITSING. ONTBINDING.
Artikel 19. Statutenwijziging. Juridische fusie en juridische splitsing.
1. In de statuten van de vereniging kan geen verandering worden aangebracht dan door een besluit van de algemene vergadering, waartoe een algemene vergadering is opgeroepen met de m ededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld.
2. Een besluit tot statutenwijziging kan slechts worden genomen met een meerderheid van minimaal twee derde van de geldig uitgebrachte stemmen.
3. Een besluit tot wijziging van artikel 20 lid 5 behoeft de schriftelijke goedkeuring van de Belastingdienst.
4. Minimaal vijf dagen voor de algemene vergadering dient een afschrift van het voorstel waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats (waaronder mede te verstaan de website van de vereniging) voor de leden ter inzage liggen tot na afloop van de dag, waarop de algemene vergadering wordt gehouden.
5. Het in dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing bij een besluit tot juridische fusie of juridische splitsing.
6. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Iedere bestuurder is afzonderlijk bevoegd die notariële akte te doen verlijden.
Artikel 20. Ontbinding.
1. De vereniging kan worden ontbonden door een besluit daartoe van de algemene vergadering.
2. Het besluit tot ontbinding kan slechts worden genomen met een meerderheid van minimaal twee derde van de uitgebrachte stemmen.
3. De vereniging blijft na ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van zijn vermogen nodig is. In stukken en aankondigingen die van haar uitgaan, moet aan haar naam worden toegevoegd: in liquidatie. De vereffening eindigt op het tijdstip waarop aan de vereffenaars geen baten meer bekend zijn.
4. De bestuurders zijn de ver effenaars van het vermogen van de vereniging. Op hen blijven de bepalingen omtrent de benoeming, de schorsing en het ontslag van bestuurders van toepassing. De overige statutaire bepalingen blijven eveneens voor zoveel mogelijk van kracht tijdens de vereffening.
5. Een eventueel batig saldo van de ontbonden vereniging wordt toegekend aan een door de algemene vergadering te bepalen rechtspersoon met een vergelijkbare doelstelling als de vereniging. Leden en/of bestuurders van de vereniging hebben met het oog op dan wel bij een (voorgenomen) ontbinding op geen enkele wijze recht op het vermogen van de vereniging.
6. Na af loop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden vereniging gedurende zeven jaar onder berusting van een door de algemene vergadering daartoe aangewezen (rechts)persoon.
HOOFDSTUK X. SLOTBEPALINGEN.
Artikel 21. Restbevoegdheid.
Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bev oegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan andere organen zijn opgedragen.
HOOFDSTUK XI. OV ERGANGSBEPALING.
Artikel 22. Rooster van aftreden.
1. In artikel 11 lid 4 van de statuten van de vereniging zoals deze van kracht waren tot en met zeventien juli tweeduizend vijfentwintig, staat het volgende vermeld:
“4. De bestuursleden worden benoemd voor een periode van vier jaar. Zij treden af volgens een door het bestuur op te maken rooster; aftredende bestuursleden zijn terstond herkiesbaar, met dien verstande dat de zittingsduur niet langer dan acht achtereenvolgende jaren kan duren.”
2. De tekst als omschreven in lid 1 van dit artikel geeft niet met zoveel woorden aan of en zo ja, wanneer een bestuurder na die acht achtereenvolgende jaren opnieuw als bestuurder kan worden benoemd.
3. In artikel 8 lid 1 van deze statuten staat het volgende vermeld:
“1. Een bestuurder wordt benoemd voor een periode van maximaal vier jaar. Een bestuur der is tweemaal herbenoembaar, steeds voor een periode van maximaal vier jaar. Een bestuurder komt na het verstrijken van zijn herbenoemingstermijn(en) pas opnieuw voor een benoeming als bestuur der (en eventueel aansluitende herbenoeming(en)) in aanmerking, na het verstrijken van een periode van drie maanden”.
Dit betekent dat er ten opzichte van de statuten van de vereniging zoals deze van kracht waren tot en met zeventien juli tweeduizend vijfentwintig een extra mogelijkheid tot herbenoeming bij is gekomen, zodat een bestuurder twaalf achtereenvolgende jaren als bestuurder kan fungeren.
Ook is vastgelegd dat een persoon die bestuurder is geweest na zijn defungeren pas na zes maanden opnieuw voor een benoeming als bestuurder (en eventueel aansluitende herbenoeming(en)) in aanmerking komt.
4. Het bestuur bestaat op het moment van statutenwijziging uit de personen als omschreven in de slotverklaring.
5. Om ervoor te zorgen dat de bestuurders als bedoeld in lid 4 van dit artikel allen vanaf het moment van hun eerste benoeming tot bestuurder niet langer dan twaalf achtereenvolgende jaren als bestuurder fungeren en eventuele benoemingen en herbenoemingen in lijn met het bepaalde in artikel 8 lid 1 kunnen plaatsvinden, hebben er – voor zover nodig herbenoemingen plaatsgevonden in de algemene vergadering van tien april tweeduizend vijfentwintig.
6. Het bepaalde in lid 5 van dit artikel resulteert in een r ooster van aftreden als omschreven in de slotverklaring van deze akte waarbij tevens is vastgelegd of een aansluitende herbenoeming al dan niet mogelijk is. Voorts voorziet de slotverklaring per bestuurder in een aanduiding of het een afgevaardigde van een gewoon lid of buitengewoon lid betreft en welke bestuurder de functie van voorzitter vervult.
7. Dit artikel komt van rechtswege te vervallen op drie juni tweeduizend negenentwintig.
SLOTVERKLA RING.
De verschenen persoon, handelend als vermeld, verklaart dat het bestuur met het kracht worden van deze statutenwijziging overeenkomstig het bepaalde in artikel 22 wordt gevormd door:
– de heer Chris Hunter, benoemd uit de gewone leden met dien verstande dat hij uiterlijk aftreedt op vier november tweeduizend zesentwintig, en als dan niet herbenoembaar is (behoudens het bepaalde in artikel 8 lid 1 laatste volzin);
– de heer Rob Engelaar, benoemd uit de gewone leden met dien verstande dat hij uiterlijk aftreedt op elf september tweeduizend zevenentwintig, en als dan niet herbenoembaar is (behoudens het bepaalde in artikel 8 lid 1 laatste volzin);
– de heer Eddie Oprel, benoemd uit de buitengewone leden met dien verstande dat hij uiterlijk aftreedt op achttien mei tweeduizend negenentwintig, en als dan niet her benoembaar is (behoudens het bepaalde in artikel 8 lid 1 laatste volzin);
– mevrouw Ellen van Slobbe, benoemd uit de buitengewone leden met dien verstande dat zij uiterlijk aftreedt op veertien november tweeduizend zesentwintig, en als dan eenmaal herbenoembaar is;
– de heer Berry Branten, benoemd uit de gewone leden met dien verstande dat hij uiterlijk aftreedt op zeven oktober tweeduizend achtentwintig, en als dan eenmaal herbenoembaar is;
– de heer Jack Lenssen, benoemd uit de gewone leden met dien verstande dat hij uiterlijk aftreedt op twee juni tweeduizend negenentwintig, en als dan eenmaal herbenoembaar is .
SLOT.
De verschenen persoon is mij, notaris, bekend.
Verder heb ik, notaris, de zakelijke inhoud van de akte meegedeeld aan de verschenen persoon en daarop een toelichting gegeven, inclusief de uit de inhoud van de akte voortvloeiende gevolgen. De verschenen persoon verklaart van de inhoud van de akte te hebben kennisgenomen en daarmee in te stemmen. Tevens verklaart de verschenen persoon uitdrukkelijk in te stemmen met de beperkte voorlezing van de akte. Dadelijk na beperkte voorlezing is de akte door de verschenen persoon en door mij, notaris, ondertekend. De akte is verleden te Utrecht op de datum aan het begin van deze akte vermeld.
UITGEGEVEN VOOR AFSCHRIFT
door mij, mr. Kar en Anne Hüpler-Hebben, notaris te Utrecht op 18 juli 2025